vrijdag 18 januari 2008

Wordt het evangelie verkondigd in het hiernamaals?

Het Nederlands Dagblad houdt een dossier bij onder de titel 'Vrome Hindoe'. Antoine Bodar heeft een discussie losgemaakt over de vraag of een 'vrome hindoe die nog nooit van Christus heeft gehoord, maar wel netjes en fatsoenlijk heeft geleefd', wel in de hemel komt. Antoine Bodar verwacht van wel.

Na enkele reacties daarop, stelt Peter Siebe: 'Er zijn ook Bijbelteksten die de mogelijkheid lijken open te laten dat behoud mogelijk is zonder een bewuste geloofskeuze in dit aardse leven.' Hij baseert dit op 1 Petrus 3:19,20 en 1 Petrus 4:6. Hij schrijft:
Uitleggers hebben hier al eeuwen een zware kluif aan, maar ik meen geen onrecht te doen aan deze tekst als ik zeg dat het gaat om een verschijning van Jezus in het dodenrijk - in de Bijbel vaker wordt aangeduid met gevangenis - om het evangelie daar bekend te maken. En met effect, zie even verderop in 1 Petrus 4:6: "Ook aan de doden is het evangelie verkondigd, opdat ook zij, ook al zijn zij naar hun leven op aarde door de mensen veroordeeld, bij God in de geest kunnen leven". Deze doden of geesten zijn dan na hun aardse leven alsnog met het evangelie geconfronteerd en dat heeft alsnog tot hun behoud geleid.
Deze visie is volgens mij niet juist.

***

Ook Jan Schippers is het niet eens met Peter Siebe. Hij wijst op een andere uitleg van 1 Petrus 3:19,20 in combinatie met 1 Petrus 4:6. Hij schrijft:
Siebe wil met onder andere 1 Petrus 3:19,20 en 4:6 aantonen dat overleden mensen ná hun dood nog het evangelie horen en kunnen aannemen. Hier maakt hij een flinke uitlegfout, want je kunt deze twee teksten niet zomaar aan elkaar koppelen. 1 Petrus 3 gaat over Christus' overwinning, geproclameerd aan de demonen (Grieks: 'geesten'). Deze proclamatie aan gevallen engelen, leidt (Judas 6,7) niet tot behoud, maar is een eerste aanzegging van het oordeel. Hoofdstuk 4 gaat wél over verkondiging van het evangelie aan mensen, die geestelijk dood waren (dronkaards, losbandigen, enzovoorts), maar heeft betrekking op veroordeelden tot gevangenschap of de doodstraf die tot geloof in Jezus zijn gekomen. Denk bijvoorbeeld aan de moordenaar aan het kruis.
Ik ben het eens met deze uitleg wat betreft 1 Petrus 4:6. Een vers eerder gaat het namelijk over 'Hem, die gereed staat om levenden en doden te oordelen'. Gezien die context, ligt het voor de hand om in vers 6 te denken aan mensen die, op het moment dat Petrus deze brief schreef, al gestorven waren. Let ook op het woordje 'want' - ontbreekt overigens in de NBV, maar niet in de NBG, of bijv. de Willibrordvertaling - aan het begin van vers 6, waardoor er een duidelijke verbinding ligt met vers 5.

Maar wat betreft 1 Petrus 3:19,20 is er nog een andere uitleg mogelijk die mijns inziens heel aannemelijk is. Ik las die uitleg bij John Piper in een preek (engels) over dit gedeelte. Om het goed te laten zien zal ik hieronder eerst de vertalingen van de NBG en die van de Herziene Statenvertaling geven vanaf vers 18b:
Hij, die gedood is naar het vlees, maar levend gemaakt naar de geest, 19 in welke Hij ook heengegaan is en gepredikt heeft aan de geesten in de gevangenis, 20 die eertijds ongehoorzaam geweest waren, toen de lankmoedigheid Gods bleef afwachten, in de dagen van Noach ... (1 Petrus 3:18b-20a NBG)
Hij is wel ter dood gebracht in het vlees, maar levend gemaakt door de Geest, 19 door Wie Hij ook, toen Hij heenging, aan de geesten in de gevangenis gepredikt heeft, 20 namelijk aan hen die voorheen ongehoorzaam waren, toen God in Zijn geduld nog eenmaal wachtte in de dagen van Noach ... (1 Petrus 3:18b-20a HSV)
Jezus heeft iets gedaan in of door de Geest. De vraag is wanneer. 1 Petrus 1:11 kan ons daarbij helpen: 'Zij onderzochten naar Wie en naar welke tijd de Geest van Christus, Die in hen was, heenwees, toen Hij tevoren getuigde van al het lijden dat op Christus komen zou, en ook van al de heerlijkheid na dat lijden' (HSV). Daar lezen we dus dat de Geest van Christus ten tijde van het Oude Testament in de profeten was en door hen heen getuigde. Je kunt ook zeggen dat Christus in zijn Geest in de profeten was.

Maar dit werpt ook licht op vers 19 en 20. Op grond van 1:11 kun je stellen dat Christus in de Geest in de tijd van Noach, door Noach heen, gepredikt heeft aan hen die toentertijd ongehoorzaam waren. Dat zijn zij die nu in de gevangenis zijn. De NASB vertaling vertaalt dan ook: 'in which also He went and made proclamation to the spirits now in prison'. In het Nederlands zou het zoiets kunnen worden: 'in Wie Hij ook, toen Hij naar hen toe ging, aan de geesten die nu in de gevangenis zijn heeft gepredikt'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten